De Nederlandse term voor writer’s block is schrijversblok
maar dat klinkt hetzelfde als cablejaw voor kabeljauw dus ik houd het op writer’s
block. Ik ben een taalpurist maar gun ik mezelf een aantal vrijheden; ik ben
hier niet om mijn magnum opus te schrijven. Ook zo’n term waar Wikipedia een
halfbakken term voor heeft: hoofdwerk. Bij hoofdwerk denk ik eerder aan een
staartdeling of een sudoku. Zo gezegd, of eigenlijk geschreven, is dit
misschien wel een magnum opus met mijn writer’s block.
Alhoewel het heel leuk is positieve reacties te krijgen,
krijg ik er ook hoofdkramp van. Op zoek naar scherpe vindingen, maatschappelijk
kritische gedachten, lollige taalgrapjes, diepgaande analyses en andere
hyperbolen kom ik tot de conclusie dat ik niet meer zo op het puntje van mijn
stoel zit om mijn mening te geven. Ik vervloek daarbij mijn volwassen worden en
gevolgde therapieën: een goed schrijver heeft frustratie nodig. En ik hoor je
al denken: Maar Aernout, die heb jij toch zat? Ja, dat is waar. Maar ik vind ze
steeds minder interessant. Desondanks doe ik een schot met losse hagel richting
de roos en hoop dat ik ergens wat raak.
Vandaag herinnerde ik me waarom ik snuffel in afvalbakken (van
de film). Kringlopen, verzamelen, gekke films kijken: het is allemaal schatgraven.
Meestal leidt het tot een teleurstelling of je hand in de poep, maar soms vind
je een juweeltje. Nu zou ik graag willen beweren dat deze film briljant is (pun
intended) maar dat is hij niet. Het is wel een vondst. Zo’n ding bij de
kringloop waar je heel blij mee bent maar wat ook troep is.
The Tenth Victim is een futuristische film uit de jaren
zestig waarin deelnemers aan het spel elkaar legaal mogen vermoorden. Ze worden
gekoppeld als jager en prooi waarbij de prooi niet weet wie zijn jager is. En
dat concept vind ik nogal vernieuwend voor die tijd. Daarnaast: grondleggers! (Zie
“Until The Light Takes Us” voor mijn mening over grondleggers.) Ik moest meteen
denken aan Battle Royale, Death Race 2000, The Running Man, The Hunger Games en
The Tournament. Ik vind het altijd leuk een film te zien die eerder met een
idee kwam dan een latere versie waarvan iedereen zegt: wat origineel! Niet dus.
(Een origineel idee dan, ik vind het wel leuk zoiets te zien. Mogelijk was dat
een verwarrende zin, vandaar deze extra zinnen om het duidelijker te maken.)
Het korte verhaal waarop de film gebaseerd is, komt daarbij al uit 1952. En
toen had je in Nederland eigenlijk alleen De Avonden, dat veel minder spannend
was.
Wat me, vooral in het begin, blij maakte, was de supervette futuristische
stijl uit de jaren zestig en de eerste moord. Nog voor de film “Deadly Weapons”
schiet Ursula Andress (Dr. No) hier haar jager al dood met een machinegeweer met
haar borsten. Na twintig minuten verliest de film helaas aan tempo en richt het
zich op één jager en haar prooi. Ik gebruik hier één met accent aigu terwijl ik
niet zeker weet of dat correct is. Alhoewel ik de regel meerdere keren heb opgezocht,
blijft het niet goed plakken. Ik zie trouwens op internet dat drukkers het een
kuut noemen: kut met een lange u.
Na een uur heb ik de film op pauze gezet want ik viel in
slaap: leve de middagdutjes! Aan het eind komt er meer snelheid in het verhaal
als de moordenaars elkaar proberen in de val te lokken zodat ze de moord kunnen
opnemen als onderdeel van een reclame voor thee…
De film, en ik vermoed deze recensie, was een hit and miss. Concept
en futurisme vielen in de smaak maar de uiteindelijke uitwerking van het
verhaal draalde rondom de romance tussen de twee. De beoordeling hangt
uiteindelijk sterk af van de categorie: voor weird stuff toch een dikke acht!