maandag 30 januari 2012

De Bende Van Oss (2011)




“Ze noemen me niet voor niets Johanna de Snol.” Een goed begin is het halve werk. En met half werk is niets mis. Laat staan met een goed begin, daar is ook weinig mis mee. Mits je er goed gevolg aan geeft natuurlijk. En daar schort het nog wel eens aan in deze wereld. Zeker als je perfectionist bent. Dan zie je nog wel eens wat. Een hoekje hier, een dingetje daar. Zo komt je huis dus nooit af. Laat staan dat er een feestje komt om je huis te verwarmen. In dergelijke gevallen zou je moeten zeggen: Een goed begin is onbegonnen werk. Niet helemaal precies, want het goede begin is niet het onbegonnen werk, maar het werk dat erop volgt. Letterlijk onbegonnen, want als je ergens perfect aan begonnen bent, is de verleiding groot om het niet af te maken omdat het dan nog perfect kan worden.

Dit heeft natuurlijk allemaal niets met de film te maken. Afgezien van de eerste twee zinnen dan. Want de film begon goed. Op Radio 1 had ik ten tijde van het uitkomen van De Bende Van Oss het een en ander gehoord en volgens mij was er ook een documentaire van Andere Tijden. Daardoor had ik mezelf op het verkeerde been gezet en verwachtte ik een realistische film over antisocialen. Daar ga ik weer met mijn verwachtingen. Niet aan beginnen. Maar ook niet het tegenovergestelde doen: negatieve verwachtingen hebben. Gewoon eens zien wat er komt.

Wat er kwam, is een (Nederlandse) film over Oss in de jaren dertig van de vorige eeuw. Een aso-dorp waar Ondiep bij verbleekt. De misdaad, prostitutie, corruptie en armoede tieren er welig. Volgens Wiki heeft het dorpje de bijnaam Chicago aan de Maas. Heel in het kort gaat het verhaal over hoe Johanna probeert te ontsnappen aan alle ellende, de bende en diens baas. En dat is een nogal saai verhaal wat mij betreft. Of je moet het echt goed doen en gevolg geven aan het goede begin. De makers lieten het bij het halve werk.

Door mijn voorinformatie verwachtte ik echte antisocialen te zien te krijgen. Maar het bleken heel aardige mensen te zijn die zich proberen stand te houden in zeer moeilijke omstandigheden. En platte karakters. En dan komt mijn beroepsdeformatie om de hoek kijken: Hallo, daar ben ik dan! Geen echte karakters dus, gewoon oppervlakkigheid zonder dat iemand zich ooit in de psychologie van een de mens heeft verdiept. Precies wat je ook in een Hollywoodfilm kan zien. Daar zitten trouwens net zoveel borsten in als in deze: nul. Wat is dat nou voor Nederlandse film? De Hollywoodinfectie zet zich voort, zelfs op Hollandsche bodem!

Conclusie: oppervlakkig verhaal met platte karakters. Voor de kijker zonder verwachtingen een prima popcornfilm. Niet slecht geacteerd trouwens, er van uitgaande dat het oppervlakkig moest blijven. In totaal maakt dat 6 uit 10.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten