maandag 31 oktober 2011

The Warrior's Way (2010)




Het leuke aan een voorraadje films is dat ik vaak niet meer weet wat ik gedownload heb. Daarnaast kies ik gevarieerd en ben ik niet al te kieskeurig. Afzetten en weggooien kan altijd nog, leve de mediaspeler! Doordat ik de eigenaardige gewoonte heb kansloze films uit te zoeken, ben ik bij het opzetten van betrekkelijk nieuwe films altijd achterdochtig. Wat is de kans dat dit wel wat is? Nihil! Maar het werkt net als gokken: doordat je soms een treffer hebt, blijf je volharden in je gedrag. Met de daarbij behorende frustratie. Maar daar merken jullie natuurlijk niks van…

Deze keer was het een treffer. Ik had geen flauw idee wat voor film het zou zijn. Reden voor downloaden achteraf: action/fantasy/western (vaag), een 6,7 (kan nog alle kanten op) en Geoffrey Rush speelt erin (Captain Barbossa). Een vreemde combinatie waar ik ook nu nog geen kaas van kan maken. Maar hoe doe je dat eigenlijk, kaas maken? Volgens mij melk karnen en dan zeven. Wat je overhoudt moet je laten rijpen. En dan heb je kaas. Maar pin me er niet op vast.

Goed, het verhaal dus. De film begint met een Samurai die net de laatste tegenstander in mootjes heeft gehakt. Maar door zijn goede hart redt hij de laatste baby van de rivaliserende clan. En omdat dat niet mag van de baas, vlucht hij naar Amerika. Naar het Wilde Westen. Daar komt hij aan in een stoffig dorpje waar een reizend circus zich jaren geleden heeft gevestigd. Er zijn dus clowns. En een lilliputter. En een vrouw met een baard. Uiteindelijk moeten de held en de dorpelingen natuurlijk vechten met een groep bandieten. En met rivaliserende Samurai krijgers.

Eigenaardige combinatie? Precies wat ik leuk vind. En het gaat eigenlijk prima samen, bandieten en Samurais. Inhoudelijk stelt het allemaal niks voor, maar het is een vlot verhaal met voldoende actie en redelijk wat bloederigheid. Wat ik bijzonder vond aan de film, was hoe mooi sommige dingen in beeld waren gebracht. Zowel de luchten en de bloementuin als sommige aspecten van de gevechten. Ook hier en daar een grapje. Prima vermaak met een origineel concept en mooi gemaakt, 7,5 uit 10.

zondag 30 oktober 2011

Hellraiser: Revelations (2011)




Ik houd er wel van, horror-sequels. Elke keer ben ik weer benieuwd wat ze er deze keer van gebakken hebben. En hoe langer de serie, hoe beter. Want hoe langer de serie, hoe debieler. Jason X wordt hierbij ten sterkte aangeraden! Naast Friday The 13th (10 delen en 1 remake) zijn er nog twee andere series noemenswaardig: Halloween (8 delen en 2 remakes) en A Nightmare On Elm street (8 delen en 1 remake). Hellraiser (9 delen) valt een beetje buiten deze drie omdat het geen typische “slasher” is: een film waarin de held en zijn vriendjes achterna worden gezeten door een niet te doden moordenaar.

Kenmerkend voor dergelijke filmseries is dat na het eerste deel vaak een redelijk goed tweede en soms acceptabel derde deel volgt. Daarna gaat het bergafwaarts. Met de kwaliteit van het verhaal dan. De gruwelijkheid/horror en het aantal doden neemt meestal toe. Dit geldt ook voor Hellraiser. Een goed eerste deel, een redelijk goed tweede en een acceptabel derde. Maar dan gaat het mis. Want in tegenstelling tot de eerder genoemde films stabiliseert het (belabberde) niveau zich niet en zakt Hellraiser in de loop vaan de serie tot ongekende diepten. Met als nieuwste hoogste dieptepunt Hellraiser: Revelations.

Na deel vier in de cyclus was het niveau zodanig gedaald dat alle vervolgdelen “straight to video” gingen. Dat is nooit een goed teken. Toch wil ik ze zien, het is Hellraiser en Hellraiser is vet! Vanwege Pinhead en de Cenobytes. Het verhaal werd wel steeds vergezochter en kreeg steeds minder met het originele concept van Hellraiser te maken. En in dit deel maakten ze tenslotte de fatale fout: Pinhead wordt niet gespeeld door Doug Bradley. En dat is een contradictio in terminis, Doug Bradley IS Pinhead. En daarmee is eigenlijk meteen de kous af.

Naast het ontbreken van Doug Bradley is er amper een verhaal. En wat er aan verhaal is, is eigenlijk niet anders dan het verhaal van deel 1. Ranzige en nare uiteengereten mensen zitten er ook niet in. Spannend? Ik heb het niet gezien. Eigenlijk is er niks goeds over deze film te zeggen, 3 uit 10 omdat het Hellraiser is.

zaterdag 29 oktober 2011

Akmareul Boatda (2010) [I Saw The Devil]




Koreaanse films zijn zelden makkelijk te verstouwen. Dat komt mede doordat ze zich, net als de meeste Aziatische films, niet houden aan de Westerse (Hollywood) filmregels. Waar de Hollywoodfilm cheezy thema’s vaak rechtlijnig uitwerkt, worden in Aziatische films eerder kleine thema’s uitgediept en zitten ze vol met menselijke verwrongenheden. En dat is meestal niet leuk om naar te kijken.

Zo ook I Saw The Devil. Gezien de titel had ik verwacht dat het hier zou gaan om een luchtig spookverhaal à la Insidious of bijvoorbeeld The Ring. Maar na vijf minuten wist ik dat ik me onvoldoende had gerealiseerd dat het hier om een Koreaanse film ging en kreeg ik een naar gevoel in mijn buik. Niks luchtigs aan, een seriemoordenaar die jonge vrouwen op brute wijze vermoord en verkracht. Zeker niet als het geweld op z’n Koreaans in beeld wordt gebracht: rauw en gruwelijk. Wat het daarnaast naar en onprettig maakt, is dat je het gevoel bekruipt dat je twee dingen niet zal krijgen: motief en genoegdoening. En dat terwijl die essentieel zijn om het nare dragelijk te maken.

De sfeer is dus naar en gewelddadig. Het verhaal is niet anders. Nadat een seriemoordenaar de vrouw van een FBI agent vermoordt, gaat de laatste op zoek naar de seriemoordenaar om wraak te nemen. Niet door hem te vermoorden, maar door de rollen om te draaien: “The hunter becomes the hunted.” Eigenlijk een heel standaard Hollywood verhaal. Maar toch totaal anders in beeld gebracht doordat de karakters niet plat zijn. Naar mate de film vordert, vervagen goed en slecht en wordt het menselijke drama steeds groter. Kun je een wedstrijdje “wie is hier de naarste?” wel van een psychopaat wel winnen? En dan weet je dat genoegdoening er niet meer inzit.

Na Martyrs heb ik besloten dat ik geen interesse meer heb in gewelddadige horrorfilms. Het kan vast allemaal nog erger, nog smeriger, nog gewelddadiger en nog gruwelijker, maar ik hoef het niet te zien. En dan zit ik toch deze film te kijken. In die zin geen geslaagde keus, alhoewel bij lange na niet zo erg als Martys. Wel een goede keus omdat het drama zo goed in beeld is gebracht en de films zeker spannend is. Lukt het, lukt het niet? Komt hij nog op tijd? Het gaat vast mis! Daarnaast vond ik de seriemoordenaar zeer overtuigend als psychopaat. Al met al 7 uit 10.

vrijdag 28 oktober 2011

Tony (2011)



IMDB: nog niet!

“Tony” is een spiksplinternieuwe documentairefilm over het Pieter Baan Centrum. De hoofdrolspeler, je raadt het al, Tony, heeft al veel, echt heel erg veel, delicten gepleegd en wordt nu verdacht van het plegen van een aantal gewelddadige overvallen. Reden voor de rechter om hem naar het Pieter Baan Centrum te verwijzen voor een zeven weken durende observatieperiode. Tony wil wel meewerken.

Al snel kreeg ik het gevoel dat er iets niet helemaal in de haak was met onze Tony. Hij komt joviaal en vriendelijk over, begint keurig zijn cel schoon te maken en je denkt: Dit lijkt me wel een aardige kerel, volgens mij is hij eigenlijk best normaal. Misschien zit hij niet terecht in het PBC? Dat dacht ik in ieder geval. En dat was meteen aanleiding voor alarmbellen. Want dat is niet waarschijnlijk: een gezonde, aardige en welvoorkomende man in het PBC. Wat is hier aan de knikker? Stront?

Gedurende de zeven weken voert Tony gesprekken met de psychiater, psycholoog en milieuonderzoeker. Hij wordt daarnaast geobserveerd door de groepsleiding. Na verloop van tijd wordt steeds beter zichtbaar dat er echt iets mis is met Tony. Dat vindt het observatieteam in ieder geval. Maar ik vraag me ook af hoe deze man overkomt op mensen die geen ervaring hebben met forensische patiënten.

Tony is (in sommige opzichten) een tekstboek psychopaat: charmant, een gladde prater, narcistisch, emotieloos en heeft een onvermogen zich te verplaatsen in anderen. Ik moest al snel denken aan “The Mask Of Sanity”: aan de oppervlakte lijkt er niets aan de hand, maar als je verder gaat kijken en vragen, wordt het steeds griezeliger.

Als “Tony” zou moeten gaan over de observatieperiode in het PBC, vind ik de film mislukt. Want alhoewel de gang van zaken duidelijk wordt uitgelegd, staat dat niet centraal. Want er kan maar één ster zijn en dat is Tony! Niet verbazingwekkend dat hij mee wilde werken aan deze film. Heeft hij indirect de makers zo gemanipuleerd dat de film uiteindelijk meer over hem ging dan over het PBC?

Voor iedereen die interesse heeft in psychologie, TBS en psychopathie is deze (korte) film een aanrader. Mocht je nou het gevoel hebben dat er niet zoveel mis is met Tony, vind ik het altijd leuk om wat te vertellen over psychopathie. Want als je er meer over weet, zie je nog beter hoe ontzettend geslepen hij is. Negen uit tien.

donderdag 27 oktober 2011

Super 8 (2011)




Flut. Prut. Net geen smut. Wel heel erg kut. Dus niks voor Lut. Eigenlijk is het E.T. 2. Die vond ik vroegâh spannend, maar toen ik die een tijdje terug weer eens zag, vond ik het niet veel soeps. Er zaten dan ook verrekte weinig scènes met soep in. Ondanks dat het een kinderfilm is. Met kinderen erin. En daar heb ik niks mee. En hier zaten ook kinderen in. En iets buitenaards…

Verhaal? Jawel, er is ook een verhaal. Een mooi verhaal voor wie er van houdt. Voor wie er niet van houdt, is het een flutverhaal. Een groepje vriendjes van een jaartje of elf, gok ik, wil een zombiefilm maken (wat een goed idee!). Tijdens het filmen van een van de scènes zijn ze getuige van een enorm (belachelijk groot) treinongeluk. De trein blijkt iets mysterieus te vervoeren, en het ontsnapt! En dan gebeuren er allemaal hele spannende dingen, lieve kijkbuiskinderen!

Het zal vast aan mij liggen, maar met deze film kon ik echt niks. Het is niet verassend, niet spannend, er zit geen vette actie in, het raakt me niet en er zitten kinderen in. Daarnaast ergerde ik me aan het dramatische geneuzel wat er voor de verplichte kost tussen was geprakt: het overlijden van de moeder van het hoofdrolspelertje. Deze verhaallijn komt wel terug in de film, maar doet er totaal niet toe. Het is kaas nog vis zonder mosterd. En dan is het flauw. Echt Hollywood hatseklats werk.

Steven Spielberg vond de film goed genoeg om zijn naam aan te verbinden als producer. Dat was een vergissing of zegt iets over zijn gebrek aan smaak. Aangezien Tintin er binnenkort aankomt, besluit ik bij deze dat het te maken heeft met zijn gebrek aan smaak. Onze Steven staat sowieso niet bekend om zijn geweldig diepgaande en inspirerende producties. Met uitzondering van Jaws dan, die gaat tenminste ergens over!

Wie houdt van kinderfilms, E.T. en hersenloze Hollywood familiefilms, ga deze film zien! Voor alle normale mensen: ga Jaws kijken! Een dikke 5 uit 10 voor dit vehikel.

woensdag 26 oktober 2011

The Hunt For Red October (1990)




Iedereen heeft deze film natuurlijk al gezien. Het is dan ook een echte tv-film. En dus vaak op tv. Regelmatig? Nee, wel geregeld. Frequent zou je ook kunnen zeggen. In ieder geval zo geregeld dat ik het grootste gedeelte al had gezien. Maar door reclame, zappen en een flinke portie onrust nooit helemaal van A tot Z.

Verhaal: Een Russische (of eigenlijk USSR) onderzeebootkapitein (Sean Connery) wil overlopen naar de Amerikanen en daarbij zijn hypermoderne onderzeeboot aan hen overdragen zodat ze er samen me kunnen spelen. De Amerikanen weten dit in de eerste instantie nog helemaal niet en denken dat het om een aanval gaat terwijl de Russen proberen de onderzeeër te stoppen. En daarmee begint een gevaarlijk kat en muisspel…

Als je een beetje door alle oppervlakkigheid heenkijkt, zie je dat hier sprake is van een Prisoner’s Dilemma: Welke bedoelingen heeft de ander? Kan ik hem wel vertrouwen? En zo was wellicht de hele koude oorlog. Constant werd gedacht: als wij niet eerst aanvallen, vallen zij eerst aan (uitgaan van het slechte). In plaats van: als wij niet aanvallen, zullen zij het ook niet doen (uitgaan van het goede). Door constant uit te gaan van het slechte, neemt de paranoia alleen maar toe waardoor neutrale gebeurtenissen opeens heel veel lading krijgen. Wat mij betreft had de regisseur dat hele thema wel wat verder mogen uitwerken.

Verder viel me weer op hoe typisch Amerikaans de Amerikanen kunnen zijn. Niet de goede daden van de tegenstander staan centraal, nee, het gaat om de volhardende en tegendraadse Amerikanen met hart voor hun land die hun carrière op het spel zetten! In brede zin zie je geschiedvervalsing zowel bij het einde van de tweede wereldoorlog als bij het einde de koude oorlog. Niet de Russen maar de Amerikanen zouden in beide conflicten de belangrijkste rol hebben gespeeld in het beëindigen ervan.

Uiteindelijk was ik niet verbaasd over de film. Ik kreeg wat ik verwachtte, iets met Russen, Amerikanen en onderzeeboten. En Sean Connery. Die wel Rus was maar toch vloeiend Engels sprak. Net als andere Russen. Maar eerst niet. Eerst spreken ze Russisch. En dan komt de magische fee met de Universal Translator en dan spreken ze allemaal Engels. En de Amerikanen? Die spraken ook gewoon Engels. Zeven uit tien omdat ik hem best onderhoudend vond.

dinsdag 25 oktober 2011

Gone With The Wind (1939)




Het verhaal van Gone With The Wind gaat over Scarlett, een verwende en manipulerende jonge vrouw uit een rijke familie in het zuiden van Amerika. Ze kan alle mannen krijgen die ze wil, maar ze wil alleen de man die ze niet kan krijgen. Hetzelfde geldt eigenlijk voor haar tegenspeler Rhett (Clark Gable). Hij kan alle vrouwen krijgen die hij wil, maar hij wil alleen Scarlett. Het belangrijkste verschil tussen de twee is dat Rhett erkent dat hij wellicht niet de meest fatsoenlijke kerel ter wereld is, terwijl Scarlett alles in het werk stelt om (zelf)kritiek buiten de deur te houden. Al met al herkende ik nogal wat trekken van de theatrale persoonlijkheidsstoornis bij Scarlett.

Ik had verwacht dat Gone With The Wind een zoetsappig liefdesdrama zou zijn, maar dat vond ik toch echt niet. Alhoewel de relatie en liefde tussen Rhett en Scarlett redelijk centraal staat, gaat de film wat mij betreft eerder over de liefdeloosheid van Scarlett. Steeds als je denkt: nu gaat ze het rechte pad op, nu wordt ze volwassen, valt ze terug in haar oude gedrag. Zo raak je steeds de sympathie die ze net had gewonnen, weer kwijt. Totdat ze uiteindelijk alle sympathie verliest.

De film gaat verder over “The South” en de burgeroorlog in Amerika. Ik weet echter zo weinig van deze periode dat ik niet kan beoordelen hoe realistisch of kritisch het in beeld gebracht is. Daarbij vond ik het te weinig uitgewerkt of relevant terwijl het de film enorm verlengde. Gone With The Wind duurt bijna vier (ja, vier!) uur, en dat vind ik aan de lange kant. De hele eerste helft zou je voor het verhaal kunnen schrappen.

Wat me opviel, was hoe modern de film oogde. Al in 1939 gemaakt, maar wel gewoon in kleur. Daarnaast waren de sporadische special effects beter dan ik in een aantal James Bondfilms uit de jaren zestig en zeventig heb gezien. Het acteerwerk van Scarlett is wel weer overmatig dramatisch, maar wellicht heeft dat niet gelegen aan haar acteertalenten maar aan haar rol. Ten slotte was opvallend dat bijna de hele film is doorspekt met steeds aanzwellende zwijmelmuziek, ook als het totaal niet nodig is. Daar kreeg ik op een gegeven moment wel jeuk van.

Ondanks dat ik de film erg lang vond, vond ik het verhaal over de theatrale Scarlett uiteindelijk wel interessant en ook erg tragisch. Als bonus kreeg ik op het eind de oorsprong van een klassieke quote in mijn schoot geworpen: Frankly, my dear, I don’t give a damn! Gewoon 8 uit 10 dus.

maandag 24 oktober 2011

Flypaper (2011)




Flypaper gaat over een bank die door twee “bendes” tegelijk wordt overvallen. De overvallers zijn niet al te slim waardoor Patrick Dempsey (Grey’s Anatomy) alle tijd en ruimte krijgt om uit te zoeken hoe het komt dat de bank twee keer tegelijk wordt overvallen. Eigenlijk een “whodunnit” dus. En bij een whodunnit krijg ik al snel jeuk omdat het einde òf heel voorspelbaar is, òf zo vergezocht dat het ook irritant is. Dat komt volgens mij doordat de hedendaagse film geen genoegen meer neemt met een simpel plot. Dus de ene twist moet in razend tempo gevolgd worden door de andere waarna een volgende trappelend staat te wachten. Met als gevolg een verhaal dat niet meer te volgen is.

Maar ik loop te zeiken, dat was bij Flypaper niet het geval. Het verhaal blijft redelijk rechtlijnig. Het einde vond ik wat voorspelbaar. Maar dat kan ook komen doordat ik bij zo’n film geneigd ben om alle scenario’s van te voren te bedenken zodat uiteindelijk geen enkele uitkomst me meer verrast. Een goede manier om de lol uit een film te halen.

Eigenlijk valt er niet zoveel te melden over deze film. In het kader van dwangmatig elke dag hier iets posten, doe ik het lekker toch. En ik kan natuurlijk ook niet aankomen met twee, drie zinnetjes. Dus een flinke lap tekst dient geschreven te worden en op deze manier heb ik alweer een alinea vol.

Het rare aan Flypaper is dat het eigenlijk een komedie is, maar dat ik het nergens grappig vond. Wel flauw trouwens. Maar ook weer niet zo flauw dat ik me zat te ergeren, want dat kan ik ook goed, me ergeren aan iets. Ik snap dan ook niet dat mensen soms zeggen: Ik mag niet klagen. Want klagen is eigenlijk het expliciteren van ergernis. Vooral doen!

Goed, terug naar de film. Flypaper had ik het over. Een crime-komedie. Maar niet om te lachen dus. Ook niet vervelend en het verhaal verwikkeld voldoende om te blijven kijken. Echt een film waar ik over een paar maanden van denk: Ja, die heb ik gezien, maar ik heb geen flauw idee waar hij over ging. Een bijpassende score lijkt me een nietszeggende 6 uit 10.

zondag 23 oktober 2011

Rammbock: Berlin Undead (2010)




Zombiefilms zijn al zo oud als film zelf. De eerste, White Zombie, dateert van 1932 met horrormeester Béla Lugosi in de hoofdrol. In 1968 kwam Night Of The Living Dead uit, de eerste van de serie van George A. Romero. Ondanks dat dit een klassieker is in het genre, werden zombiefilms pas mainstream na Romero’s vervolg, tien jaar later in 1978: Dawn Of The Dead. De jaren tachtig volgden met een stortvloed aan zombiefilms, met (soms kleurrijke) namen als: The City Of The Living Dead, Zombie Holocaust, Hell Of The Living Dead, I Was A Zombie For The FBI, Hard Rock Zombies en mijn favoriet: Return Of The Living Dead.

In principe waren zombies altijd langzaam strompelende en extreem domme monsters die het vooral gemunt hadden op het eten van hersenen (Brains! Brains! Brains!). In 2002 kwam daar echter verandering in met de release van 28 Days later… Zombies waren opeens een stuk minder dom en konden rennen, wat een extra angstaanjagend effect had. Vooral in combinatie met de enorme hordes waarin ze zich gewoonlijk ophouden.

De kern van alle zombiefilms is hetzelfde: er is een epidemie uitgebroken en het is aan de hoofdrolspelers te overleven in een wereld waarin steeds meer van hun vriendjes en vriendinnetjes worden bekeerd tot het zombiegeloof. Dit geeft direct aanleiding tot een terugkerend thema in de zombiefilm: Wat doe je als je partner, ouder of zus een zombie wordt? Kun je die zomaar doodmaken? Een ander veelvoorkomend thema is hoe mensen zich gedragen in crisissituaties. Er zijn altijd helden, lafaards en verraders.

Ik vind zombiefilms leuk. Vooral als de makers een poging hebben gedaan om iets extra´s toe te voegen of een draai hebben gegeven aan de blauwdruk van de zombiefilm. En soms lukt dat, bijvoorbeeld met [REC]. En het lukte ook een klein beetje met deze film: Rammbock: Berlin Undead. Vooral omdat het maar een kleine film is. Daarnaast komen alle thema’s aan de orde zonder dat ze op een Amerikaanse manier worden opgeblazen. Hierdoor komt het drama, want een goede zombiefilm gaat uiteindelijk om het drama, geloofwaardig over. Verder geen originele film, wel nieuw was dat de zombies in deze film bang waren voor flitslichten! Geen hoge score, ook duidelijk niet slecht: 6,5 uit 10.

zaterdag 22 oktober 2011

Hobo With A Shotgun (2011)




Rutger Hauer is terug! Nou ja, terug. De afgelopen jaren heeft hij natuurlijk in allerlei films gespeeld. Maar niet in films die opvallend waren. Of hij had maar een heel klein rolletje. Zoals in Sin City en Batman Begins. Ik kan me hem daar eigenlijk niet in herinneren. Als ik de lijst bekijk waarin hij speelde, is de eerste film die mij bekend voorkomt “Wedlock” uit 1991. Twintig jaar geleden! Eigenlijk opvallend, want hij is geen onverdienstelijk acteur zoals blijkt uit zijn rol in de klassieker Blade Runner. Maar dat heeft niet mogen baten. Het lukt Nederlanders maar zelden om door te breken in Amerika. Of je moet een Hollandse Schone zijn, zoals Famke Jansen.

Maar goed, Rutger Hauer dus. In een èchte Grindhouse film: rauw, bloederig en enigszins naar. Planet Terror of Death Proof zijn natuurlijk de bekende voorbeelden van Grindhouse revivalfilms, maar die zijn wat mij betreft net iets te goed. Planet Terror is net iets te leuk en Death Proof is net iets te goed. Natuurlijk is ook Hobo With A Shotgun niet zo goedkoop als Grindhouse uit de jaren zeventig, maar de nare manier waarop het sadistische element wordt verbeeld, doet het genre eer aan. De enorme bloederigheid en het overdreven geweld zijn ook kenmerkend voor het genre.

Het verhaal is (natuurlijk) dun: Een zwerver in een criminele stad neemt wraak op alle slechteriken. Terwijl hij eigenlijk alleen een grasmaaier wilde kopen! En alhoewel de film veel komische elementen bevat, kan ik niet zeggen dat ik het een grappige film vond. Het nare en sadistische ligt er daarvoor te dik bovenop. En daar zit misschien ook wel wat maatschappijkritisch in. Zo wordt er bijvoorbeeld een duidelijke referentie naar de underground video’s van Bumfights gemaakt.

Rutger Hauer bewijst voor mij met deze film dat hij een echt goede acteur is. Ik vind hem geloofwaardig als kalme maar ook als door woede gevoede en uitgerangeerde oude man. In die zin lijkt hij zichzelf met deze film enigszins op de hak te nemen. De moeite waard voor de liefhebbers van over-the-top bloederig en eigenaardige films. Precies wat Grindhouse hoort te zijn. Voor mij 8,5 uit 10.

vrijdag 21 oktober 2011

Barbarella (1968)




Wat is Barbarella? Barbarella is jaren zestig, Barbarella is psychedelisch, Barbarella is onschuldige erotiek, Barbarella is raar, Barbarella is humor en Barbarella is vooral camp!

Eigenlijk valt er niet heel veel over de film te zeggen. Het verhaal is eenvoudig: sensuele vrouw van de aarde reist naar een verre planeet om daar een geheim wapen te vernietigen. Daar aangekomen ontmoet ze diverse vreemde bewoners met hun dito vreemde gewoonten. Natuurlijk heeft Barbarella seks met deze bewoners. De onschuld waarmee ze met hen het bed deelt, redt haar uiteindelijk van de dood van de verschrikkelijke Mathmos, een dodelijke vloeistof die leeft van negativiteit.

Ik vind de film een waar testament van de jaren zestig. De film is grappig, vrolijk, onschuldig, blij en het ene decor is nog gekker dan het andere. Hiermee ademt de film een sfeer uit die past bij mijn ideaalbeeld van de jaren zestig. Lekker blij, vrolijke kleuren en gekke vormen. Alles kan, alles mag. Seks is natuurlijk en vrij. Over dit laatste laat de film wel een kritisch geluid horen: in de wereld van Barbarella gaat seks alleen nog om het genot terwijl het veel fijner is om het op de ouderwetse manier te doen! Acht uit tien, en Jane Fonda is echt een LEKKER WIJF!

donderdag 20 oktober 2011

Under A Serpent Sun: The Story Of 'At The Gates' (2010)




At The Gates is een van de grondleggers van de zogenaamde Gothenburg metal, ook wel melodieuze death metal genoemd. Genoemd naar de stad waar ook de andere twee grote namen vandaan komen: In Flames en Dark Tranquillity. Kenmerkend voor de stijl is, de naam zegt het al, het melodieuze karakter. Alhoewel dat voor de niet-metalkenner waarschijnlijk niet te horen is. Voor mij ook niet echt, maar dat komt doordat ik er nooit echt goed naar geluisterd heb. Ik vind er namelijk niet veel aan. Het schurkt wat mij betreft wat teveel tegen black metal aan, ik houd er meer van een goede grunt dan van een scream.

Hoe dan ook, At The Gates geniet wel grote bekendheid in de scène. Dus ik dacht, laat ik me openstellen voor nieuwe muziek en deze documentaire kijken. Maar helaas werd mijn interesse niet gewekt. Wellicht voornamelijk doordat de documentaire gewoonweg saai is. Dat heeft weer te maken met Zweden, of wellicht in een breder kader: met Scandinavië. Want ik heb bij deze het vooroordeel dat daar hele saaie mensen wonen. Ze lachen niet, ze hebben geen emoties en ze hebben geen gezichtsuitdrukking. Hetzelfde viel me al op bij een documentaire over death metal band Dismember. Echt brute metal, maar wat een slaapverwekkende figuren.

Van een documentaire is eigenlijk amper sprake. Het is meer een soort plakboek op video. Het hele verhaal over het bestaan en het einde van At The Gates wordt verteld met alle saaie, niet ter zake doende details. Het duurt ook lang, twee uur. En dat voor een band die maar vijf jaar bestaand heeft. Verder wordt er totaal niet ingegaan op de vraag waarom At The Gates zo goed of kenmerkend zou zijn. Er is geen enkele verdieping, alleen een lange aaneenschakeling van feitjes.

Als je fan bent van At The Gates is deze documentaire misschien de moeite waard omdat je meer wilt weten over de achtergrond. Of als je ’s nachts niet kunt slapen, is hij ook zeker de moeite waard. Voor alle andere mensen: 5 uit 10.

woensdag 19 oktober 2011

Wishful Drinking (2010)




Carrie Fisher, wie kent haar nog? Als ik Princess Leia zeg, gaat er wellicht een belletje rinkelen. Als er nog niks rinkelt, is deze blog wellicht niet aan jou besteedt. Ken je klassiekers! In dit geval dus Star Wars. Voor horden jonge mannen was Carrie Fisher hét sekssymbool van de jaren zeventig. En lang daarna. Want Star Wars heeft, net zoals Stark Trek, een miljoenen fanbase. En die zijn niet gewoon fan, nee, die kopen poppen van Princess Leia, zeep van Princess Leia, Pez-dispensers van Princess Leia en levensgrote sekspoppen van Princess Leia. Hoe blijf je daar normaal onder als actrice?

Wishful Drinking is een misleidende titel van deze “film”, want ondanks haar lange verslavingsgeschiedenis, heeft Fisher het daar bijna niet over. Ook de typering van de film door IMDB, documentaire, is misleidend. Het is eerder een soort cabaretvoorstelling. De eerste minuten zat ik dus wat verbaasd en verward te kijken. Omdat ik wel geïnteresseerd ben in achtergronden van acteurs, ben ik toch blijven kijken. Gelukkig, want het levensverhaal van Carrie Fisher is nogal vreemd. Haar vader en moeder waren beide zeer beroemd en deden volop mee aan “wie doet het met wie in Hollywood”. Zonder dit helemaal uit te leggen, kan ik zeggen dat haar familieachtergrond nogal verknipt is.

En dan het hele Star Wars verhaal. Een bizar voorbeeld van het Swiebertje-effect. Het kan bijna niet anders dan dat je daar raar van wordt. Fisher wordt in haar leven meerdere malen opgenomen en behandeld voor onder andere verslaving aan alcohol en pijnstillers. Uiteindelijk heeft ze het stempel manisch-depressief. En hiermee komt ze in het handboek voor bipolaire stoornissen. Met een foto. Maar geen recente foto. Nee, een foto van Princess Leia. Hoe verknipt is dat!

Interessant om het bijzondere verhaal van deze actrice te horen die na haar glorieuze moment in Star Wars niet meer in een noemenswaardige film heeft gespeeld. Fisher vertelt haar verhaal redelijk grappig en vlot. Ik miste echter een zelfkritische blik. Daarnaast wordt ze op geen enkel moment serieus, wat bij mij het gevoel oproept dat ze de ellende probeert weg te lachen. Door haar manier van vertellen blijft het een wat anekdotisch verhaal zonder dat je echt gaat meeleven. Maar wellicht hoeft dat ook niet. Interessant voor de geïnteresseerde en op momenten grappig, 7 uit 10.

dinsdag 18 oktober 2011

The Ghost Writer (2010)




Als de ghostwriter van voormalig minister-president van Groot-Brittannië om het leven komt, wordt Ewan McGregor gevraagd om de memoires te herschrijven tot een bestseller. Al gauw blijken de dingen niet te zijn wat ze lijken en begint de zoektocht naar de waarheid…

Een eenvoudig verhaal dus, zoals vaker bij Roman Polanski. Het draait om het mysterie, de zich langzaam opbouwende realisatie dat er iets niet klopt. Maar wat klopt er niet? En wie heeft het gedaan? En waarom? Het mysterie is een terugkerend thema in de films van Polanski. Het is de kern van bijvoorbeeld Rosemary’s Baby, Chinatown en The Ninth Gate. Meer heb ik niet van hem gezien. Want alhoewel goed uitgevoerd, blijven Polanski’s films voor mijn gevoel een beetje op afstand. Uiteindelijk raakt het verhaal me niet, het blijft een verhaal, een film. Natuurlijk is daar niets mis mee, maar het verbaast me wel. Want Polanski staat in het rijtje van grote regisseurs terwijl zijn films niet bepaald origineel of vernieuwend genoemd kunnen worden. Wellicht is het de herkenbare stijl en zijn perfecte uitvoering van het genre die hem zo beroemd hebben gemaakt. Of zijn interesse in jonge meisjes. Maar dat is niet uniek voor regisseurs.

Net zoals het thema mysterie kenmerkend is voor Polanski, is ook zijn tempo herkenbaar. Als iemand had gezegd dat deze film in de jaren zestig was geproduceerd, had ik het ook geloofd. Het verhaal kabbelt voort en de hoogte- en dieptepunten van de karakters zijn niet opvallend of bijzonder. Maar dat is wellicht ook de kracht van Polanski: het verhaal en de karakters worden nooit overdreven of ongeloofwaardig.

Een misser in de film vond ik de verwijzingen naar voormalig premier Tony Blair. Door naar de realiteit te verwijzen, verliest de film aan kracht. Polanski zet een sfeer neer die te vergelijken is met het lezen van een spannend boek: je gaat helemaal in het verhaal op. Door elementen uit de realiteit toe te voegen, word je uit het verhaal gerukt. Verder een prima film voor liefhebbers van het genre of een rustige zondag, 7 uit 10.

maandag 17 oktober 2011

Tôkyô Zankoku Keisatsu (2008) [Tokyo Gore Police]




Wederom was het bagger vandaag, dus ik doe er weer eentje uit de doos van de MovieTuesday.

Na The Machine Girl bewijzen de Japanners met Tokyo Gore Police opnieuw dat de onbetwiste meesters zijn van de fantastische film. Afgezien van het specialistische genre van Tokyo Gore Police, gore-komedie, laat deze film ook zien dat de Japanners, en breder nog, de Aziaten, het beste begrijpen wat film eigenlijk moet zijn. Namelijk niets meer dan een fantastisch verhaal. Waar de Amerikanen schijnen te denken dat alles zo realistisch mogelijk moet zijn (ondanks het feit dat het volgens mij helemaal niet mogelijk is om een helikopter uit de lucht te schieten met een auto), veel Europese films vaak een vast format aanhouden (probleem-oplossing-terugval-oplossing) en in bijna alle moderne films alles tot in de puntjes wordt uitgelegd, heeft deze regisseur schijt aan de regels en levert hij met Tokyo Gore Police een kunstig werkje bizarre splatter.

Toch is merkbaar dat Westerse invloeden doordringen in Azië, want de filmmaker geeft hier en daar wel uitleg over het dramatische aspect van de film. Dat vind ik jammer, laat de kijker dat maar lekker zelf uitzoeken. Verder is goed zichtbaar dat de regisseur veel naar Westerse film heeft gekeken. De pakken van de Tokyo Gore Police zijn imitaties van Darth Vader, het verhaal heeft veel overeenkomsten met “1984” en zo waren er nog meer kleine verwijzingen naar andere films die ik me nu niet zo snel voor de geest kan halen.

Maar waar gaat de film eigenlijk over? De politie in Tokyo is geprivatiseerd en de stad wordt geterroriseerd door zogenaamde Engineers. Deze figuren zijn mutanten en hebben de speciale gave om een bizar wapen aan te groeien op het moment dat er een lichaamsdeel wordt afgehakt. Zo is er een kettingzaagman, een man met lasersguns uit zijn oogkassen en een vrouw wier vagina verandert in een enorme krokodillenbek (een verwijzing naar de film Killer Pussy). Wanneer de held van de film uiteindelijk de leider van de mutants vindt, blijkt ze meer met hem gemeen te hebben dan ze had verwacht…

De film heeft een enorme berg splatter, meer dan ik ooit in een film heb gezien, de mutants zijn zeer vermakelijk en de meeste karakters in de film zijn zo uitermate debiel dat je al dubbel ligt als je ze ziet. Daarnaast is de film een duidelijke aanklacht tegen aspecten van het moderne leven, welke soms op een hilarische, soms op een bizarre en soms op een smerige manier in beeld worden gebracht. Zo zijn er reclames op tv voor automutilatie en zelfmoord en wordt er in de seksclub duidelijk hoe de regisseur denkt over plastische chirurgie.

Ik vond de film echt geweldig: splatter, debiliteit en gore shit. De film is zichtbaar met veel plezier gemaakt en het is verfrissend om weer een film te zien die schijt heeft aan de regels en complimenten voor de regisseur die weet dat hij geen documantaire aan het maken is! Fuck IMDB met z’n 6, deze film krijgt 9 uit 10 waarbij ik opmerk dat ik hem beter vind dan The Machine Girl!

zondag 16 oktober 2011

Captain America: The First Avenger (2011)


Wat een rare superheldenfilm. Want eigenlijk is Captain America vergeleken met de Hulk, Iron Man, Cyclops of Spiderman maar een halfgare superheld. Hij is sterker dan het gepeupel maar aanzienlijk slapper dan Superman. Van de gadgets van Captain America zou Batman zich afvragen of hier überhaupt wel sprake is van gadgets. En de transformatie die hij ondergaat om de Kapitein te worden, is niets vergeleken met wat Wolverine heeft moeten doorstaan! Arme, getergde Wolverine!

De achtergrond en special powers zijn dus slap en onorigineel. En toch lijkt Captain America minder moeite te hebben met het bevechten van de slechteriken dan zijn supercompanen. En dat is wel uniek van Captain America: het patriottisme wat, in ieder geval in de film, vrij vlot overgaat in chauvinisme. Want het is nogal wat om te beweren dat de Amerikanen eigenlijk verantwoordelijk zijn voor de overwinning op de Nazi’s en niet de miljoenenoffers die de Russen hebben gebracht op het Oostfront. Captain America is “the all American boy”: patriottistisch, een doorzetter, heldhaftig en altijd bezig met het welzijn van anderen. Niks op aan te merken dus.

Dan het verhaal. Eigenlijk net zo eigenaardig als de superheld zelf, want namelijk niks anders dan Indiana Jones 5! Dus: superheld vecht met Nazi’s die een artefact in bezit hebben waarmee ze de wereld willen domineren. Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op Indiana Jones en helemaal op gemene Nazi’s! Maar toch raar om een dergelijk verhaal te gebruiken om een superheldenverhaal te vertellen. Misschien is het wel bewust gedaan, want de film zit vol met (kleine) verwijzingen naar andere films. Zo wordt de opperNazi gespeeld door dezelfde acteur die Mr. Smith speelt in The Matrix. En, hoe toepasselijk, hij heet Herr Schmidt! Dan is er nog de vader van Tony Stark (Iron Man) die verantwoordelijk is voor alle gadgets van de good guys. En er waren er nog een paar, maar die zijn me even ontschoten.

Al met al een leuke superhero-actiefilm die lekker opschiet. Zoals ik al zei: gewoon Indiana Jones And The Crusade Of The Forbidden Ancient Artefact. Voor mij een feest der herkenning. Ik kan niet kiezen tussen een 7 en een 7½, dus ik geef ‘m een 7,3 uit 10.

zaterdag 15 oktober 2011

Gojira (1954) [Godzilla]




In het kader van “ken je klassiekers” heb ik me dan toch maar gewaagd aan Gojira. Zonder verwachtingen stapte ik in de film en zonder verassingen stapte ik de film weer uit. Monsterfilms uit de jaren vijftig, het is een genre op zich. Ik heb er niet veel gezien, volgens mij alleen The Creature From The Black Lagoon (1954) en Them! (1954). Maar er zijn er velen gemaakt met onder andere monsterlijke spinnen, monsterlijke mieren, monsterlijke vogels en monsterlijke vrouwen (of is dat een pleonasme?). Monsterfilms zijn van alle tijden, het begon met King Kong in 1933, ging verder met Gojira in 1954 en bijvoorbeeld Jaws in 1975 en heeft recentelijk weer een aantal kleurrijke titels erbij gekregen: Mega Shark vs Giant Octopus en vooral niet te vergeten: Sharktopus!!!

Alhoewel ik fan van het genre ben, ben ik ook een kind van deze tijd: ik wil vette special effects en actie! Of het moet extreem debiel zijn. Een combinatie van de drie is natuurlijk het allermooist maar komt eigenlijk niet voor. Je kunt ze in ieder geval niet verwachten van een film uit de jaren vijftig. Toch viel Gojira me niet tegen. De special effects waren zoals ik ze verwachtte, zelfs aanzienlijk minder slecht dan ik ze in sommige andere films heb gezien. En ergens heeft het ook wel wat, zo’n man in een dinosauruspak.

Het aantrekkelijke van deze film zit hem voor mij in de historische relevantie. Aan de ene kant de verbeelding van het drama en trauma dat de Japanners hebben opgelopen door de twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki en een aanklacht tegen het gebruik van atoomwapens. Gojira is de atoombom en wat er gebeurt als atoomwapens worden gebruikt (vergelijk de mutaties van Gojira en de monsterlijk vervormde baby’s lang na 1945). Aan de andere kant is de film historisch interessant omdat een hele cultus is ontstaan rondom het monster. Gojira heeft niet minder dan zevenentwintig vervolgen! Met optredens van allerlei kleurrijke andere monsters zoals Mothra, Anguirus, Rodan en zelfs King Kong. De stijl van deze films is terug te zien in de hedendaagse popcultuur, bijvoorbeeld in The Mighty Morphing Power Rangers.

Gojira is een begrip, wellicht nog meer dan King Kong. Niet alleen aan de andere kant van de wereld maar ook in Europa en Amerika. Voorbeelden zijn de “metal” band Gojira uit Frankrijk, de Amerikaanse remake Godzilla uit 1998 en de tekst van de Zuid-Amerikaanse death metalband Sepultura: Biotech is Godzilla! Al met al 7 uit 10, vooral vanwege het concept.

vrijdag 14 oktober 2011

Sint (2010)




Bijna een jaar na de bioscooprelease en slim gepland met de aanstaande feestdagen is hij er dan eindelijk. De dvd van Sint. Oftewel, de illegaal downloadbare versie van Sint. Want ik ben wel zo’n type die weigert voor zijn filmgenot te betalen.

Ik heb er op zitten wachten, want wat een briljant en simpel concept! En origineel. Eigenlijk verbazingwekkend dat niemand eerder al een dergelijke film heeft gemaakt. Voor degenen die de ophef over Sint hebben gemist: Het verhaal van Sinterklaas blijkt niet te zijn wat wij allemaal denken. Niks goedheiligman, St. Niklaas is een gewelddadige kerkelijke die in de vijftiende eeuw met zijn kornuiten de dorpen plundert en platbrand. Totdat de brave boeren er genoeg van hebben en de Sint, zijn witte schimmel en zijn kameraden met boot en al platbranden. Pak aan gemene Sint! Maar dan keert hij terug als SinterZombie, samen met zijn zwartgeblakerde gabbers.

Dick Maas heeft in het begin van zijn carrière wat mij betreft een paar goede films gemaakt. Hij brak door met De Lift, maakte Flodder (wat voor die tijd een vernieuwende en leuke film was) en kwam vervolgens met Amsterdamned. Alle drie trouwens met Huub Stapel. En bij het checken op IMDB zie ik dat hij ook de Sint vertolkt. Een mooi voorbeeld van hoe de wat bekendere regisseurs geneigd zijn om veel te werken met een bepaalde acteur (bijvoorbeeld Johnny Depp en Tim Burton).

Kenmerkend voor deze drie films van Dick Maas vind ik de lol waar ze mee gemaakt zijn. Zo ook Sint. Maar niet erg origineel qua type verhaal. Het is een doorsnee slasher met de afwijking dat de moordenaar in dit geval een zombie Sinterklaas is. Het verhaal deed me ergens denken aan John Carpenter’s Halloween. Maar dat mag de pret wat mij betreft niet drukken. Ik vond het leuk! Wat kan er misgaan met een zombie Sinterklaas? Weinig, zeker als op de goede manier gebruikt wordt gemaakt van splatter en schrikmomenten. Alhoewel ik een beetje braindead ben voor suspense, schrok mijn medekijkster toch wel een aantal keer. Goed gedaan dus! En het verhaal schiet lekker op. Geen romantische sub-plots of andere onzin, gewoon gaan. De film deed me ook een beetje denken aan The Evil Dead (ja, daar is ie weer). Vooral omdat ze allebei uitstralen dat ze met veel plezier gemaakt zijn en op de goede momenten corny zijn. Gewoon lekker vermaak voor de Sinterklaasavond met je nichtje van 8 uit 10!

Opvallende voetnoot: Geen bloot in deze Nederlandse film! Een unicum?

donderdag 13 oktober 2011

Burn Notice: The Fall Of Sam Axe (2011)




Waarom ik al jaren blijf volhouden dat Bruce Campbell in leuke films speelt, is me een raadsel. Natuurlijk was hij briljant in The Evil Dead reeks, maar daarna heeft hij niks meer gemaakt wat de moeite waard was. En aan mijn pogingen om een film te vinden die wel leuk was, heeft het niet gelegen. Zoals zo vaak blijf ik hardnekkig volhouden in de hoop een verborgen juweeltje te vinden. Dus ik probeerde en probeerde: Maniac Cop, Sundown: The Vampire In Retreat, Bubba Ho-Tep, Alien Apocalypse, My Name Is Bruce en nu Burn Notice: The Fall Of Sam Axe. Alhoewel Bubba Ho-Tep en My Name Is Bruce allebei nog een geinig concept hadden, waren ook deze twee films saai en flauw. De andere films waren ronduit slecht, een aantal waren slecht(s goed) genoeg om als Tv-film uit te brengen.

Hoe kan het dat een acteur die zo goed was in de Evil Dead trilogie, in zulke slechte films is gaan spelen en blijft terugvallen op dezelfde flauwe grappen? Bruce Campbell is een vleesgeworden typetje die blijkbaar alleen nog een karikatuur van zichzelf kan spelen. En als ik er zo over nadenk, begon dit al in Evil Dead II. Waar hij in de eerste Evil Dead begon als een “normaal” persoon, is hij in Army Of Darkness eigenlijk al niet meer dan een karikatuur van zichzelf. En toch vond ik alle Evil Dead films erg goed. Gezien de bagger die Bruce Campbell daarna heeft gemaakt, had dat wellicht niks met hem te maken maar meer met de regisseur Sam Raimi. Alhoewel Raimi na de Evil Dead trilogie ook weinig opvallends meer heeft geproduceerd. Ja, Spider-Man, maar dat vond ik echt een kutfilm. Maar misschien was ik toen bezopen, dan vind ik alle films kut. Wel heeft Raimi het nog een keer geprobeerd met Drag Me To Hell. Op zich geen slechte film, maar die komt in geen honderd jaar in de buurt van The Evil Dead. Het is dus ook niet zo dat het alleen aan Sam Raimi heeft gelegen.

Ik denk dat met Bruce Campbell en Sam Raimi hetzelfde aan de hand is als met veel acteurs, regisseurs en muzikanten/bands. In het begin hebben ze lef en zijn ze vernieuwend, maar naar mate ze zich in het de wereld van het grote geld en de bekende Nederlanders begeven, wordt hun werk flauw, laf en saai. Natuurlijk geldt dit niet voor iedereen, wat mij betreft blijft Quentin Tarantino bijvoorbeeld zeer trouw aan zijn stijl en blijven zijn films vernieuwend en verassend. Wel vergelijkbaar met Raimi is Peter Jackson. Alhoewel The Lord Of The Rings en King Kong heel mooi gemaakt zijn en enorme kassuccessen waren, zijn ze qua originaliteit en vernieuwing niks vergeleken met zijn klassiekers Bad Taste en Braindead.

Burn Notice: The Fall Of Sam Axe is niet de moeite van het reviewen waard. Voor de volledigheid toch even een score: 3 uit 10. Wel een toepasselijke titel trouwens, bij deze is Bruce Campbell bij mij van zijn voetstuk getrapt.

woensdag 12 oktober 2011

Ironclad (2011)




Ridders zijn hip. Volgens mij is dat begonnen met The Lord Of The Rings. Dat ging wel niet echt over ridders, maar er zaten toch ridders in. Of ridderachtige types. En ik heb het afgelopen jaar nog wel meer films met ridders voorbij zien komen. Plus natuurlijk die serie over ridders, Game Of Thrones. Daarin gaat het puur om de ridders. Het is ridders links en rechts wat de klok slaat. En Koningen natuurlijk, maar die zijn eigenlijk onvermijdelijk als je iets met ridders doet. Een ridder zonder koning is eigenlijk geen ridder. En een koning is ook geen koning zonder ridders! Je zou kunnen zeggen, het zijn twee buiken op één hand.

Wie niet genoeg kan krijgen van ridders moet vooral Ironclad gaan kijken. Daar zitten ook veel ridders in. Ridderachtige types dan vooral. Want volgens mij was er maar één echte ridder, en dat was zo’n Tempelridder. Of zijn dat nou eigenlijk de èchte ridders? Ik vind zelf dat een ventje met een zwaard en een maliënkolder telt als een ridder. Helemaal als hij op een paard zit. Met die definitie waren er eigenlijk maar betrekkelijk weinig ridders in de film, want de meesten hadden bijlen, messen, pijl en boog of een goedendag. En de goede ridders zaten het grootste gedeelte van de film niet op een paard. Als ze al een zwaard hadden. De èchte ridder had wel een zwaard, een hele grote! Ter compensatie van het gebrek van zwaarden bij de anderen.

Behalve de ridders had de film een diepgravend verhaal over uitputtende strijd tussen koning John na Robin Hood en een groepje ridders die de koning willen tegenhouden het hele land te heroveren. Want blijkbaar had de koning het land afgestaan aan de baronnen na Robin Hood. Die helemaal geen ridder was. In ieder geval niet in de tekenfilm. Dan schiet hij alleen maar met pijl en boog en zit hij volgens mij nooit op een paard. Dat zou ook raar zijn, een vos op een paard. Alhoewel een vos die pijl en boog kan schieten ook knap raar is! Maar ik dwaal af van de kern van de zaak: ridders! En het verhaal: een klein groepje ridders (nou ja, je weet onderhand hoe het zit met die ridders) moet een kasteel verdedigen tegen de koning. That’s it! De film begint vlot, wat pluspunten oplevert. Pluspunten zijn verder te vergeven wegens redelijke bloederigheid. Aftrek voor het tussenfrommelen van een extreem dun, romantisch verhaaltje en iets met de eed van die ene ridder. Aftrek verder omdat het naast de vechtscènes gewoonweg een hele saaie film is. Maar als je van ridders houdt: kijken, kijken, kijken! 5,5 uit 10 ridders. Nee, wacht. Een ridderfilm zonder de blote bevallige borsten van de jonkvrouw is eigenlijk geen ridderfilm, 5 uit 10.

dinsdag 11 oktober 2011

Jeder Für Sich Und Gott Gegen Alle (1974) [The Enigma Of Kaspar Hauser]


“Jeder Für Sich Und Gott Gegen Alle” wordt op de een of andere manier vertaald in: “The Enigma Of Kaspar Hauser”. Waarom? Joost mag het weten. Wellicht dat Joost ook op de hoogte is van de bedoeling van sommige andere onbegrijpelijke sequenties. Afgezien van deze stukken vond ik het een bijzondere film. Na kort onderzoek op Wikipedia blijkt Kaspar Hauser inderdaad te hebben bestaan en wijkt de film niet erg af van de feiten. Voor degene die de film niet heeft gezien: In 1812 duikt in Neurenberg de zestienjarige Kaspar Hauser op. Zijn hele leven heeft hij geketend in een kale kelder geleefd zonder enig menselijk contact en met als enige afleiding een speelgoedpaardje. Gevolg: een mens zonder invulling, een menselijk omhulsel, een autist pur sang.

Een interessant gegeven waarvan de oorzaak intrigerend is, maar ook de gevolgen. Want de onwetendheid van Kaspar levert allerlei filosofische en psychologische vraagstukken op. Bijvoorbeeld godsdienstige vragen en logische problemen. Hoe ziet de wereld eruit gezien door de ogen van iemand die geen referentiekader heeft om de wereld te kunnen interpreteren? Kan deze persoon de wereld wel waarnemen? De manier waarop Kaspar spreekt, lijkt erop te wijzen dat hij geen begrip heeft van taal maar geconditioneerd is tot het gebruiken van woorden. Dit levert interessante vragen op over de aard van taal en communicatie. In de film wordt pijnlijk duidelijk dat de essentie van taal veel verder gaat dan de inhoud van woorden. Wat is taal eigenlijk? Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, maar dat doe ik niet. Een laatste vraag die zich door de komst van Kaspar opdringt: Wie is hier de achterlijke? In die zin is de film ook zeer maatschappij kritisch.

De film was op momenten erg traag, maar had ook zeer komische stukken. Ik vond de acteur die Kaspar vertolkte briljant, een sterk staaltje method-acting. Voer voor psychologen en filosofen, verplichte kost wat mij betreft! Een dikke 8 uit 10.

maandag 10 oktober 2011

Bad Teacher (2011)




Wat een kùùùùùùùtfilm! Als ik me niet had voorgenomen om te proberen elke dag hier een prachtige review te posten, had ik deze hoop stront na 10-20 minuten afgezet. Want met komedies is het al snel duidelijk: als je in de eerste tien minuten niet gelachen hebt, worden de komende tachtig minuten een drama. Deze film is daar een mooi voorbeeld van.

De film is ook een mooi voorbeeld van het driehonderdtweeënzeventig-in-een-dozijn principe van Hollywood. Men neme een lekker wijf (Cameron Diaz), een handjevol redelijk bekende acteurs (Jason Siegel – How I Met Your Mother, Justin Timerlake – geen acteur, Phyllis Smith – The Office USA, John Michael Higgins – Best In Show) en instant-plot™ (only add money). Voordeel van instant-plot™ is dat ik het verhaal niet hoef te vertellen, als je vijf minuten van de film hebt gezien, weet je wat er gaat gebeuren en hoe het af gaat lopen. Het is als een McDonald’s hamburger. Alhoewel ik die zelden met tegenzin zit op te eten. Het gevoel van een orale verkrachting is wel weer vergelijkbaar, maar dan met betrekking tot mijn ogen en hersenen.

Ik had beter moeten weten. Maar elke keer hoop ik dat mijn cynische kijk op de wereld voortkomt uit een moeilijke jeugd met vele teleurstellingen en niet uit keihard realisme. Zat ik er deze keer weer naast! We leven in een geldbeluste wereld waar enige vorm van creativiteit wordt weggehoond door mediageile Hollywoodregisseurs en dito acteurs.

Omdat Cameron Diaz een lekker wijf is, ik twee random titties heb gezien en stiekem een paar keer gegniffeld heb, 4,5 uit 10.

The Cook The Thief His Wife & Her Lover (1989)




Eigenaardig, zeer eigenaardig. Het gaat over een restaurant. Een Franse kok is samen met een sadistische en gewelddadige dief eigenaar van een exclusief restaurant waar de laatste elke avond gaat eten met zijn bende en vrouw terwijl zij in de voorraadkamers van de keuken hartstochtelijke momenten beleefd met haar minnaar. Totdat de dief de ontrouw ontdekt.

Het type is arthouse-drama in een toneeljasje dat ook doet denken aan opera. Het laatste komt mede door de in falset zingende, meisjesachtige afwasjongen. De functie van deze afwasjongen werd mij niet duidelijk. De constante rode belichting, soms gecontrasteerd met fel groen licht, maakt het geheel nog grotesker. Driekwart van de film speelt zich af in één decor: het restaurant. Van dialoog is (bijna) geen sprake: de eerste zestig minuten bestaat bijna alleen uit een doorlopende monoloog waarin de dief fulmineert op het eten, zijn vrienden en zijn vrouw. De overige dialogen zijn eerder uitgesproken zinnen dan gesprekken: door de eigenaardige sfeer is de betekenis verloren gegaan.

Ik weet niet wat ik hiermee moet. Het verhaal is onbeduidend en de eigenaardige en groteske sfeer creëren zoveel afstand dat ik me niet betrokken voel of geraakt wordt door de personages. Zelfs de paar korte, gewelddadige momenten hebben hierdoor weinig shockeffect.

Door de manier van filmen krijg ik de indruk dat het eigenlijk gaat over allerlei verborgen symboliek. Welke symboliek dat dan is, daar ben ik nog niet achter. Wellicht dat wikipedia straks nog wat opheldering kan geven. Tot die tijd snap ik gewoon niet wat de bedoeling is van deze film. Echt vervelend was hij ook niet. Het vreemde, gekke en groteske maakte dat ik bleef kijken. Natuurlijk is de slotscène een klassieker, maar ook dit liet bij onberoerd. Al met al een 6,5 uit 10.